vrijdag 9 december 2011

Wandeling 2

Na nog geen uur gelopen te hebben, voelde ze hoe de hete wind langzaam plaats moest maken voor haar tegenhanger. Een koude, straffe wind begon de bergen te veroveren.
Het weer in deze bergen  leek erg op dat van een woestijn. Overdag over de veertig graden om vervolgens een nacht in te gaan die zo koud is dat we in Nederland een  Elfstedentocht zouden organiseren.
Ook de zon zou zo verdwijnen en  haar achter  laten met een flonkerende sterren hemel als zaklantaarn.
Ze lag nu ver achter op haar schema. Het geitenpaadje waarop ze gelopen had, was een veel kortere weg naar huis en liep gelijkmatiger langs  de bergen. Nu stond haar nog een steile rotswand te wachten en een fikse afdaling, deels over een geitenpaadje en deels over stukgeslagen rotsen die tijdens eerdere lawines naar beneden waren komen stormen. Ineens liepen de rillingen haar over de rug en voelde ze hoe de koude wind van de nacht zich door haar kleding  heen boorde. Uit haar rugtas diepte ze een warm winterjack op, nam wat crackers en hield een kleine pauze om de situatie in zich op te nemen.
Ondanks haar jack bleef de wind grip op haar krijgen. Naast het klappertanden liet ook het gevoel in haar tenen het afweten. Ze moest nu in actie komen, warm blijven.  Haar eerste stappen voelden zeker, ze was geconcentreerd en de nacht was helder genoeg om gevaarlijke stukken op tijd te herkennen.
Na zo’n dertig meter struikelend over de rotsen ,  dacht ze rechtsboven op de rotswand een lichtje te zien knipperen. Vreemd, er was geen berghut in de buurt. Er was hier helemaal niets. Ze werd vast misleid door de sterren, en besloot haar weg te vervolgen die veel meer naar links liep.
Halverwege de wand keek ze om haar heen om zeker te zijn van de juiste richting. Weer zag ze dat lichtje rechts van zich. Nu op gelijke hoogte. Ze kon het niet langer afdoen met een misleidend spelletje van de sterren. Hier zat echt iemand goed vast.
Met een zucht draaide ze zich in de richting het lampje. Vermoeid en  met langzame stappen liep ze nu richting deze gloed waarvan ze wist dat het nooit goed nieuws kon zijn. Weer moest ze klauteren en de wind trotseren.  Ze was moe, koud had honger en moest nog zo’n eind. Dit kwam haar zo slecht uit. Ze wilde de nacht in haar vakantie huisje doorbrengen en niet in deze grillige bergen.
Een figuur doemde voor haar op. Eerst een rood jack, een gele capuchon, toen de vorm van het lichaam. Een vrouw. Ja het was een vrouw, zeker in de veertig en hoe ze er bij lag was niet zoals een menselijk lichaam in gezonde staat dat doet. Haar benen en armen lagen in vreemde standen en een zacht gekreun was te horen bij elke beweging die ze maakte
Ze ging voor de vrouw zitten en keek haar aan. De vrouw keek met paniek in haar ogen terug. Ze wisten het. Ze wisten het beiden maar geen van twee wilden er aan denken, laat staan het uitspreken.

3 opmerkingen:

  1. Mooi weer frietje :) je ziet het voor je..
    Harold

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik kijk met spanning uit naar het vervolg.
    Goed geschreven.

    Jan

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ha, ik kijk ook met spanning uit naar het vervolg! :D

    BeantwoordenVerwijderen